Kennis Bijbelverhalen onder jongeren holt achteruit
Het aantal kinderen dat opgroeit zonder dat hun ooit uit de Bijbel wordt voorgelezen, neemt toe. Van de jongeren tussen de 18 en 25 jaar hoorde ruim een derde vroeger nooit Bijbelverhalen.
Dat blijkt uit woensdag gepresenteerd onderzoek naar het Bijbelgebruik onder Nederlanders. De Evangelische Omroep (EO) liet dat uitvoeren door Motivaction.
Van de ruim duizend mensen tussen de 18 en 75 jaar die aan het onderzoek meewerkten, geven acht op de tien aan als kind uit de Bijbel te zijn voorgelezen. Bij tweederde gebeurde dat op school. Andere plekken waar mensen als kind uit de Bijbel hoorden voorlezen, zijn de kerk (44 procent), thuis (eenderde) en bij grootouders (16 procent). De huidige 18- tot 25-jarigen bleven als kind vaker verstoken van Bijbelverhalen dan andere leeftijdsgroepen.
Driekwart van de protestanten leest kinderen weleens voor uit de Bijbel. Dat is veel meer dan onder rooms-katholieken, waar slechts een kwart voorleest. Rooms-katholieken lezen bovendien minder vaak dagelijks uit de Bijbel. Slechts 2 procent doet dat, tegenover 40 procent van de protestanten.
De EO liet ook onderzoeken wat onder Nederlanders favoriete Bijbelverhalen zijn. De topvijf werd woensdag bekendgemaakt in de televisiespecial ”De grootste Bijbel van Nederland”.
De geboorte van de Heere Jezus geldt voor bijna iedereen als het mooiste Bijbelverhaal. Voor 25- tot 35-jarigen staat echter ”De ark van Noach” bovenaan, terwijl ”David en Goliath” de meeste stemmen krijgt onder 45- tot 55-jarigen. Bij hoogopgeleiden staat ”De barmhartige Samaritaan” op de eerste plaats. Ook ”Mozes in het biezen mandje” staat in de topvijf.
Voor christenen ziet de topvijf er iets anders uit: in plaats van ”David en Goliath” en ”Mozes” staan ”Kruisiging en opstanding” en ”De wonderbaarlijke spijziging” daarin. De EO vroeg de deelnemers aan het onderzoek ook welke personen uit de Bijbel hun het meest aanspraken. Christus en Mozes werden het vaakst genoemd, daarna kwamen Adam, Maria en Ruth.