Nu het EK Voetbal en de Tour de France zijn afgelopen, is het tijd voor het volgende grote evenement van deze sportzomer: de Olympische Spelen in Tokyo. Maar is sportminnend Nederland, waartoe twee derde van de Nederlanders zichzelf rekent, al in de Olympische sferen?
In de aanloop naar de openingsceremonie is iets minder dan de helft van de Nederlanders (44%) geïnteresseerd in de aankomende Zomerspelen. Tijdens de Spelen in Rio in 2016 lag de interesse een stuk hoger (64%). Daarbij weet een kwart zelfs niet waar de Olympische Spelen dit jaar worden gehouden en volgt de helft van de Nederlanders de berichtgeving over het evenement (in 2016 was dit tijdens de spelen 71%). De Olympische stemming in Nederland moet dus nog wel wat op gang komen. Wel is één op de drie zeker van plan om te kijken, en een in omvang vergelijkbare groep zegt dit misschien te gaan doen.
Support vanuit Nederland
Nog voor de strijd om de medailles is losgebarsten, voelt de helft van de Nederlanders (51%) zich betrokken bij de Nederlandse Olympische sportploeg. De sporters in TeamNL die ons land gaan vertegenwoordigen in Tokyo kunnen dus, ondanks het gemis van de Nederlandse supporters in de stadions, rekenen op onze steun. Wel ligt dit vooralsnog een stuk lager dan tijdens de Zomerspelen vijf jaar geleden, toen ruim drie kwart (76%) van de Nederlanders zich betrokken voelde. Daarbij zien we hier ook een verschil tussen generaties. Onder Nederlanders van 55 jaar of ouder is het gevoel van betrokkenheid sterker aanwezig dan bij de jongere generatie.
Met nieuwe sporten, zoals klimmen, karate en skateboarden, probeert de organisatie van het evenement meer in te spelen op het jongere publiek. Hoewel het skateboarden met name 18- tot en met 24-jarigen aanspreekt, is hun algehele interesse in de Spelen een stuk lager (31%) dan gemiddeld (44%). Maar wie weet wat er gebeurt als Roos Zwetsloot en Keet Oldenbeuving - de Nederlandse afvaardiging voor het skateboarden - in de medailles weten te vallen?
Dit kijk je anders nooit
Bijna twee op de vijf Nederlanders (38%) vindt het leuk om in aanraking te komen met sporten waarvan zij het bestaan niet afweten. Met een recordaantal van 33 sporten die dit jaar meedingen om een medaille, kan dus iedereen zijn hart ophalen. Er zijn maar weinig Nederlanders die vinden dat er inmiddels té veel sporten in het programma van de Spelen zijn opgenomen (15%). Laat het cricket en het schoonspringen dus maar komen.
Gaan voor goud
Wel zijn het vooral vertrouwde sporten waarvoor we écht gaan zitten. Voetbal staat op één (26%), gevolgd door de zwemsport (25%), atletiek en fietsen (beide 23%), turnen (18%) en hockey (17%). Mannen gaan daarbij vaker voor voetbal, fietsen (baan- en wegwielrennen en mountainbiken) en atletiek. Gymnastiek en paardensport zijn bij vrouwen populairder. Maar of we nu massaal gaan kijken naar de 100 meter sprint waar Dafne Schippers voor een medaille gaat strijden, of de wekker zetten voor Mathieu van der Poel die voor goud gaat op de mountainbike: goede prestaties hebben een positief effect op ons humeur (28%). Dat terwijl tegenvallende resultaten ons nauwelijks lijken te raken (7%). Dit kan ook komen doordat we aan de vooravond van het evenement geen duidelijk beeld hebben van de kansen van TeamNL. Dit zou tijdens het toernooi, wanneer het winnen van de gouden plakken dichterbij komt, meer invloed kunnen hebben dan we nu denken.
Het lijkt erop dat Nederland langzaam in beweging komt om vanaf ruim 9.000 kilometer afstand onze sportploeg in Tokyo aan te moedigen. Maar de Olympische vlam kan nog verder worden aangewakkerd en het echte enthousiasme moet nog op gang komen.
Over het onderzoek
Het veldwerk voor dit onderzoek is online uitgevoerd van 12 t/m 19 juli 2021 onder een landelijk representatieve steekproef van 1.022 Nederlanders tussen 18 en 80 jaar uit het StemPunt-panel van Motivaction. De resultaten zijn representatief op basis van opleiding, leeftijd, geslacht, regio, waardeoriëntatie en interacties hiertussen. Motivaction is een onafhankelijk onderzoeksbureau, lid van de MOA en maakt deel uit van de Research Keurmerkgroep.
