Van de supermarkt tot de eettafel: hoe zorgen we voor minder voedselverspilling?
In Nederland gooien we nog steeds gemiddeld 33,4 kilo eten per persoon, per jaar weg, zo blijkt uit cijfers van het Voedingscentrum. Dit kan en moet minder. Voor de productie van ons voedsel is veel land en water nodig, er komen veel broeikasgassen bij vrij en er gaat biodiversiteit door verloren. Als voedsel wordt verspild is al die milieu-impact voor niets geweest. Hoe zet je Nederlanders ertoe aan minder voedsel weg te gooien? In dit artikel lees je belangrijke onderzoekinzichten en lichten wij een tip van de sluier hoe deze inzichten gebruikt kunnen worden voor communicatie en interventies.
Gedragsonderzoek
Motivaction heeft in opdracht van het Voedingscentrum, een gedragsonderzoek uitgevoerd naar factoren die voorspellen hoeveel voedsel Nederlandse huishoudens verspillen. In eerdere onderzoeken zijn veel gedragsbepalers onder de loep genomen. Voorspellers voor de mate van voedselverspilling die hieruit blijken zijn vooral concrete concepten zoals persoonlijke normen1, routines m.b.t. het hergebruiken van restjes2 en zelfredzaamheid in de keuken3. Echter zijn er maar weinig gedragsbepalers die van grote voorspellende waarde zijn. Het Voedingscentrum wilde daarom gedragsbepalers onderzoeken waar nog maar weinig aandacht aan besteed is. Denk hierbij aan zowel abstractere concepten zoals tijdsdruk, als concretere concepten zoals prijsgevoeligheid. Met deze vraag ging Motivaction aan de slag.
Aandacht voor veel verschillende factoren
In het door Motivaction uitgevoerde onderzoek zijn veel verschillende factoren gemeten, evenals de zelfgerapporteerde hoeveelheid voedsel die Nederlandse huishoudens de afgelopen week hebben weggegooid. Een aantal van deze factoren voorspellen deels de mate van voedselverspilling. We lichten de drie belangrijkste factoren toe: intentie om voedselverspilling te voorkomen, normgevoel en gevoel van controle.
De drie belangrijke factoren
De grootste voorspeller van de hoeveelheid voedselverspilling is de intentie om voedselverspilling te voorkomen. Deze factor meet of Nederlanders er, naar eigen zeggen, alles aan doen om voedselverspilling te voorkomen. Nederlanders met een grotere intentie geven aan minder voedsel te verspillen.
Naast de intentie voorspelt ook normgevoel hoeveel voedsel Nederlandse huishoudens verspillen. Nederlanders met een hoog normgevoel vinden dat voedselverspilling niet normaal is. Daarnaast voelen zij zich schuldig of bezwaard als ze eten weggooien. Nederlanders met een hoog normgevoel verspillen over het algemeen minder voedsel. Normgevoel is niet alleen een voorspeller van de mate van voedselverspilling, maar ook van de intentie om voedselverspilling te voorkomen. Hoe hoger het normgevoel, hoe hoger de intentie.
Het gevoel van controle dat Nederlanders ervaren is de derde voorspeller van de mate van voedselverspilling. Gevoel van controle houdt in dat Nederlanders het gevoel en het vertrouwen hebben dat zij kennis en grip hebben op hun eigen voedselverspilling. Als Nederlanders dit sterker voelen, verspillen zij minder voedsel. Daarnaast hebben Nederlanders met een groot gevoel van controle ook vaker de intentie om voedselverspilling te voorkomen.
Wat betekent dit in de praktijk?
Deze resultaten kan het Voedingscentrum gebruiken als extra onderbouwing van hun huidige werkwijze om Nederlanders te stimuleren minder voedsel te verspillen. Zo hebben ze een sticker ontworpen met informatie over de beste bewaarplaats van groente en fruit. Deze sticker kan makkelijk in de koelkast geplakt worden, waardoor de informatie toegankelijk is op het juiste moment. Met deze sticker vergroot je de vaardigheden om voedselverspilling tegen te gaan en daarmee het gevoel van controle. Ook geeft deze sticker het signaal af dat de gebruiker van de sticker zich inzet tegen voedselverspilling. Hiermee wordt een sociale norm gezet dat voedselverspilling slecht is. Op deze manier vergroot je het normgevoel. Indirect hebben het vergrote normgevoel en het vergrote gevoel van controle positieve invloed op de intentie om voedselverspilling te voorkomen.
Een maatbeker die je helpt om de juiste porties te koken kan ook helpen om voedselverspilling tegen te gaan. Door het bieden van een hulpmiddel vergroot je het gevoel van controle dat Nederlanders ervaren. Wie kent de eeuwige strijd immers niet: de gedachte “Nou, dit lijkt me wel een beetje weinig”, waardoor je toch meer kookt dan nodig is. Met deze maatbeker weet je zeker dat je genoeg eten kookt.
Kortom, met deze resultaten weet het Voedingscentrum dat zij zich met hun interventies op de juiste factoren richten.
Ben je benieuwd naar hoe je gedragsbeïnvloedingstechnieken in kunt zetten om je doelgroep te motiveren tot gewenst gedrag? Neem contact op!