Wat komt er uit van verwachtingen over thuiswerken na corona?
Door het opheffen van de coronamaatregelen lijkt een volledige terugkeer naar kantoor binnenkort weer mogelijk. Maar of dat ook echt gaat gebeuren, is de vraag.
Gedwongen volledig thuiswerken, zoals tijdens de eerste lockdown, is er niet meer bij. Wel heeft de coronapandemie ons anders doen laten denken over hoe we willen en moeten werken. De voornaamste voorspelling: thuiswerken is een blijvertje en hybride werken wordt de norm.
In april 2020 bleek uit onderzoek van Intermediair en Motivaction onder 650 respondenten dat de helft tevreden was met thuiswerken. In oktober van dat jaar groeide dat percentage zelfs naar 68 procent. De voornaamste reden van die groeiende tevredenheid? Geen reistijd en de vrijheid die de extra tijd werknemers opleverde.
‘Ik woon ruim en de kinderen zijn het huis uit’, zegt Simon Barnasconi (59), relatiebeheerder bij ABN AMRO Bank. ‘Het was heerlijk om op thuiswerkdagen in alle rust aan een wat langer stuk te kunnen werken, of met meer concentratie iets te kunnen lezen of overdenken. Dat is het nog steeds.’
Verhouding thuis/werk
Volgens een enquête uit januari 2021, afgenomen door het Centraal Planbureau (CPB) onder 4.500 huishoudens, was de verwachting dat mensen na de coronapandemie gemiddeld 8 uur per week thuis gaan werken. Uit een ander onderzoek uit februari 2021, van, blijkt dat die verhouding tussen thuiswerken en kantoordagen niet in beton is gegoten.
Het verschilt natuurlijk ook per individu, sector en organisatie. En niet iedere werknemer heeft dezelfde voorkeuren als het aankomt op hybride werken en niet iedere werkgever is even flexibel. In de praktijk komt het vaak aan op maatwerk.
Barnasconi vertelt: ‘Ik dacht een jaar geleden dat het ongeveer half-om-half zou worden, ook voor mezelf. Nu hebben we als afdeling twee dagen toegewezen gekregen om op kantoor te zijn. De woensdag en vrijdag. Dat is handig voor vergaderingen en overleg. De rest van de dagen mogen we zelf invullen.’ Toch meer dan de verwachte 8 uur uit de enquête van het CPB.
Collega’s missen?
Hoewel het missen van collega’s geen doorslaggevende factor is in de keuze om meer of minder thuis te gaan werken, heeft het wel invloed op onze productiviteit. Dat bleek uit onderzoek van het CBS en TNO over 2020.
‘Persoonlijk miste ik het gebrek aan interactie met collega’s die verantwoordelijk zijn voor het relatiebeheer, zoals ik, en collega’s die verantwoordelijk zijn voor de producten’, geeft Barnasconi aan. ‘Ook vond ik het moeilijk om via Teams chemie te creëren met nieuwe en potentiële klanten.’
Collega’s treffen op kantoor heeft zo zijn voordelen. ‘Jongere collega’s leren meer door op kantoor te werken met meer ervaren collega’s’, zegt Barnasconi. ‘De lijntjes zijn korter. Tijdens de lockdowns was samenwerken met jongere collega’s door die langere lijntjes soms lastig. Al was het voor hen natuurlijk erger. Vooral voor collega’s met kleine kinderen en weinig leefruimte was die periode ellendig.’
‘Iets minder vaak op kantoor dan gedacht’
Wat ons niet langer tegenhoudt in het zoeken naar een juiste balans tussen thuiswerken en werken op kantoor, zijn de nadelen die in eerste instantie aan thuiswerken kleefden. De scholen zijn open en we weten bijvoorbeeld hoe we onze thuiswerkplek zo efficiënt en ergonomisch mogelijk kunnen inrichten. Veel werkgevers hebben hun werknemers daarin ondersteund.
Barnasconi is op het moment minder vaak op kantoor dan hij vooraf had verwacht. ‘Maar misschien dat dat in de toekomst weer naar een meer gelijke verdeling toe gaat groeien. In ieder geval hoop ik, nu de maatregelen worden losgelaten, dat ik er weer meer op uit kan voor klantencontact.’
Bron: intermediar.